woensdag 23 februari 2011

Kaasschaaf


In de vakantie zouden H. en ik in het huis van mijn ouders gaan zitten, die dan zelf op wintersport gingen. We hadden van tevoren al verschillende keren gebeld, over de sleutel en over de vuilcontainer en zo, en nu belde mijn moeder weer.
"David....," zei ze met een lage stem - zo'n stem die iets verschrikkelijks aankondigt. "... we nemen de kaasschaaf mee."
Ik was er even stil van. Wat moest ik met die informatie?
"Dat méén je niet," zei ik. "Ik weet niet of we nu nog wel komen."
H. keek geschrokken op uit haar boek.
"Ik bedoel: dachten we eindelijk in een huis te gaan verblijven met een fatsoenlijke kaasschaaf... nemen jullie hem mee!"
H. keek al wat minder geschrokken en mijn moeder zei: "Nou ja, ik denk, ik zeg het maar even. In Oostenrijk heb ze geen fatsoenlijke kaasschaven."

In de auto, onderweg naar mijn ouders' huis, merkte ik voor de grap op dat we onze kaasschaaf toch nog vergeten waren mee te nemen.
"Waarom hebben je ouders trouwens maar één kaasschaaf?" vroeg H.
H. en ik komen uit redelijk gelijke gezinnen, maar de manier waarop we met kaasschaven omgaan, verschilt nogal.
"Omdat wij geleerd hebben dat je een kaasschaaf niet na elk plakje kaas in de afwasmachine hoeft te stoppen," zei ik.
Ik had van huis uit meegekregen om de kaasschaaf bij de kaas in de koelkast te bewaren, zodat je nooit hoeft te zoeken. H. had geleerd dat een kaasschaaf vies was als je hem gebruikt had en dat 'ie dus in de afwasmachine moest. Het had bij ons thuis al heel wat ergernis veroorzaakt.
H. pruttelde nog wat tegen en zei iets over een mes bij de chocopasta bewaren, maar verder was de autorit nog heel gezellig.
In de supermarkt bij mijn ouders in de buurt kochten we voor één keer plakken kaas in plaats van een homp.

Geen opmerkingen: